De bronnen van het privaatrecht - pagina 23
21 volksrecht en Overheidsrecht, allicht wel de neteligste van de drie, die ik stelde. Ik merk daarbij vooraf op, dat buiten mijn betoog valt de taak, die de rechter heeft te vervullen krachtens de wet zelf, wanneer allerlei opzettelijk soepel gestelde termen de beslissing aan zijn oordeel opdrag ...
De bronnen van het privaatrecht - pagina 31
29 den billijkheids-uitweg acht. De wet van '55 op het vereenigingsrecht is Overheidsrecht en bij het proces over de vereeniging, die den termijn der rechtspersoonlijkheid liet verstrijken, was het juist, dat de rechter strict recht toepaste, maar had er een orgaan der billijkheid behooren te bes ...
De bronnen van het privaatrecht - pagina 19
17 Het antwoord op de eerste vraag levert betrekkelijk de minste moeilijkheid op. De verhouding van de Overheid tegenover het volksrecht is een dubbele. Vooreerst mag zij nooit het volksrecht wijzigen dan met toestemming der volksgenooten zelf. Dit is een oud Germaansch rechtsbeginsel. De lex ter ...
De bronnen van het privaatrecht - pagina 16
H gevreesden naam erkend. Maar of men nu van algemeene rechtsbeginselen, rechtsgevoel, natuurrecht, „richtiges Recht", redelijkheid, billijkheid of wat dan ook spreekt, algemeen erkend wordt, dat er een macht is, sterker en hooger dan het positieve recht, die, om practisch beter en vlotter te kun ...
De bronnen van het privaatrecht - pagina 20
18 lijk, hetzij bedektelijk. Om een paar voorbeelden uit onzen tijd te noemen: het Wetboek van koophandel bepaalt, dat wissels worden geaccepteerd door op den wissel te stellen een of meer woorden, die een acceptatie inhouden en deze formule te onderteekenen. Het levend volksrecht accepteerde wis ...
De bronnen van het privaatrecht - pagina 8
6 maar als zoodanig genomen, gewrochten zijn eener richtige rechtspolitiek? T o t op den jongsten tijd gaat men door, om nieuwe wetboeken tot stand te brengen, maar het probleem is daarmede niet opgelost. Men laat wel den wetgever thans betrekkelijk met rust, men spreekt meer over de vraag hoe da ...
De bronnen van het privaatrecht - pagina 37
35 het recht was. De oudere, realistische richting sloot zich aan bij den Germaanschen gedachtengang en transponeerde dien in het metaphysische aldus, dat de lex naturalis was te beschouwen als een van den wil onafhankelijke „actus intellectus", een „lex indicativa", waarbij God niet als wetgever ...
De bronnen van het privaatrecht - pagina 41
39 mogelijk vast en duidelijk worden geformuleerd en van eene formeele geboorte-acte voorzien, dat is, tot positief recht gemaakt. Dat geschiedt in de gewoonte, dat geschiedt door de wetgeving, dat geschiedt bij het rechterlijk vonnis, daarbij oefenen de historie, de aard der zaak en bewuste begi ...
De bronnen van het privaatrecht - pagina 39
37 Bastille met haar „lettres de cachet" en in „Ie pare aux cerfs" een al te aanschouwelijke gestalte aangenomen, dan dat men niet weer eens een middel zou beproeven om tot beter standpunt te geraken. Dat meende men nu gevonden te hebben in het dogma van den almachtigen wetgever met zijn beide ha ...
De bronnen van het privaatrecht - pagina 36
34 Christelijk-Germaansche rechtswereld ingedragen. Zij paste in een tijd als die, waarin ze haar scherpe formuleering had gevonden, waarin de keizer als God zelf werd vereerd, waarin de onderdaan zoo weinig recht had, dat de met plenitudo potestatis uitgeruste vorst hem met pik besmeerd in zijn ...